Nieuwe wetgeving gaat gepaard met overgangsrecht voor lopende procedures. In de ‘Invoeringswet Omgevingswet’ is dit overgangsrecht geregeld.
Aanvragen voor bestemmingsplanwijziging. Vanaf het moment dat de Omgevingswet in werking is, kennen we geen bestemmingsplannen meer, maar alleen één omgevingsplan. Bestemmingsplannen die voor inwerkingtreding van de Omgevingswet als ontwerp ter inzage worden gelegd, vallen nog onder de vorige wet- en regelgeving. Plannen die na de inwerkingtreding van de wet ter inzage zijn gelegd, moeten opgebouwd worden als een wijziging van het omgevingsplan.
Aanvragen omgevingsvergunning. Wanneer de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de invoering van de wet is ingediend, geldt het vorige recht. Voor aanvragen die op of na die datum worden ingediend, geldt de Omgevingswet.
Vul bij een vestigingsadres hier het huisnummer in, of vul bij een postbusadres hier het postbusnummer in.
Vul alleen letters in. Gebruik geen punten.
Vermeld hier uitsluitend de naam van het plan. Niet de status van het plan.
Voor invulling hiervan wordt eerst vermeld: "NL.IMRO."
Vervolgens CBS nr van de bronhouder gevolgd door een punt
Dan unieke naam van max 18 tekens gevolgd door een koppelstreepje
Als laatste een versie van max 4 tekens
Er zijn twee situaties die kunnen spelen bij herbegrenzing in de Omgevingsverordening
Situatie 1: Herbegrenzing achteraf.
Dit is de situatie die veruit het meest voorkomt. Er is in de instructieregels van de Omgevingsverordening aangegeven wanneer c.q. onder welke voorwaarden een ontwikkeling kan worden toegelaten in een gebied (bijv. NNB of stedelijke ontwikkeling in Landelijk gebied) Daarbij wordt dan afgeweken van de ‘hoofdregel’ (die de ontwikkeling niet toestaat). Een besluit van de gemeente dat aan de afwijkingsvereisten voldoet is dan niet in strijd met de Omgevingsverordening en kan zonder grenswijziging vastgesteld worden. De gemeente moet in het (ontwerp)besluit onderbouwen waarom en hoe aan de randvoorwaarden voor de afwijking is voldaan. Door ‘Ja’ in te vullen zijn we ervan op de hoogte dat na de besluitvorming door de gemeente een wijziging van de kaart nodig is.
Situatie 2: Herbegrenzing vooraf.
Het kan voorkomen dat voor de besluitvorming over een plan wel eerst een herbegrenzing nodig is, omdat er geen vooraf geformuleerde afwijkregels zijn opgenomen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de locaties ‘Bebouwd gebied’ en ‘Beperkingen veehouderij’. Het is dan van belang om samen met de Provincie (planbegeleider) de planning op de kaartaanpassingsronde van de Omgevingsverordening af te stemmen.
Ontwerpbeschikking
Voor een goede beoordeling is in in ieder geval de volgende informatie van belang:
Aanvraag;
Ruimtelijke onderbouwing;
Duidelijk kaartmateriaal en tekeningen van de huidige planologische en – voor zover afwijkend
Feitelijke situatie;
Duidelijk kaartmateriaal en tekeningen van de toekomstige planologische en feitelijke situatie.
Situatietekeningen en kaartmateriaal hoeven niet altijd als apart document bijgevoegd te worden: vaak zijn ze integraal opgenomen in de documenten met de aanvraag en/of de ruimtelijke onderbouwing.